
Ingrediënten (20 stuks)
Deeg
- 300 gram bloem
- 100 gram hazelnoten
- 500 gram bloem
- 250 gram melk (handwarm)
- 100 gram ongezouten roomboter
- 7 gram droge instant gist
- 9 gram zout
- 10 gram suiker
Vulling
- 750 gram half-om-half gehakt
- 1 ei
- 75 gram paneermeel
- 25 gram mosterd
- Peper en zout
- Extra: 1 geklutst ei voor het bestrijken van de broodjes
Bereiding
- Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed in 10-15 minuten tot een soepel en elastisch deeg.
- Verdeel het deeg gelijk in 20 stukken. Bol ieder stukje deeg op, dit doe je zo: leg het deeg op je werkblad en plaats je handpalm hier als een “kommetje” overheen. Draai stevig rond tot het deeg zich tot een mooi balletje vormt (de onderkant zal niet glad zijn, dat is prima).
- Laat de deegballetjes 30 minuten afgedekt rusten onder een droge theedoek.
- In de tussentijd doe je de ingrediënten voor de vulling in een kom, kneed deze door elkaar. Maak 20 gelijke worstjes van het gehaktmengsel.
- Neem een balletje deeg en rol dit uit tot een ovaal plakje, het moet een paar centimeter langer zijn dan het worstje.
- Leg het worstje op het deeg, vouw de (smalle) uiteinden over het worstje. Vouw vervolgens de (brede) uiteinden om het worstje en rol het geheel over je werkblad om de naden te dichten.
- Leg het broodje met de naad naar beneden op een met bakpapier beklede bakplaat. Herhaal dit voor alle worstenbroodjes.
- Bak de Brabantse worstenbroodjes in 16-18 minuten op 220 graden (boven- en onderwarmte).